Uitleg

Naam eisende partij:
Als een natuurlijk persoon de eisende partij is dan dienen alle namen (voor - en achternamen volledig te worden weergegeven: bijvoorbeeld: Gerrit Jan Jaap de Groot; als de eisende partij een vennootschap is (besloten vennootschap, naamloze vennootschap) moet de volledige naam worden weergegeven: bijvoorbeeld de besloten vennootschap De Verhuurbaas BV, de naamloze vennootschap De Huurbaas NV; een vennootschap onder firma mag ook als eisende partij optreden. Bijvoorbeeld de vennootschap onder firma: De Huurbaas VOF.

Vestigingsplaats eisende partij:
Woonplaats of vestigingsplaats vermelden, bijvoorbeeld Schiedam.

Gegevens gedaagde partij:
Gedaagde partij is de verhuurder. Als de verhuurder een natuurlijk persoon is, dan moet tenminste de naam worden vermeld. Het vermelden van de voorletters is niet verplicht. Het is wel verstandig zowel de voorletters en de naam en de geboortedatum van de verhuurder te vermelden als deze bekend zijn: dit om naamsverwarring met familieleden te voorkomen. Als de verhuurder een vennootschap is dan is het verstandig de correcte naam te verifiëren bij de Kamer van Koophandel (www.kvk.nl) Als naam van een besloten vennootschap moet dan bijvoorbeeld worden vermeld: de besloten vennootschap De Verhuurder BV.

Gegevens gehuurde zaak:
Adresgegevens gehuurde zaak invullen. Door deze poscode wordt de rechtbank, sector kanton bepaald.

Vestigingsplaats gehuurde zaak:
Woonplaats of vestigingsplaats vermelden, bijvoorbeeld Schiedam.

Maandelijkse huur:
Hier de maandelijkse verschuldigde huur invullen.

Gebreken:
de gebreken aan het gehuurde invullen.

Reden voor verminderd gebruik:
Door de gebreken kunt u het gehuurde wellicht minder gebruiken. U kunt door lekkage bijvoorbeeld een gedeelte van het gehuurde niet gebruiken. Er kan dan reden zijn om de huurprijs te verminderen naar evenredigheid van het verminderd gebruik. Volgens de Nulpuntenlijsten kan er reden zijn de huurprijs te verminderen tot een aanzienlijk percentage van de maximum huur.

Datum huurverlaging:
De mogelijkheid van vermindering van de huurprijs op basis van artikel7:207 BW in combinatie artikel7:257 BW mag maximaal zes maanden terug worden gerekend. Een gebrek dat 1 januari is ontstaan en waarbij op 31 december een vordering wordt ingesteld mag maximaal met terugwerkende kracht vanaf 1 juli worden gevorderd. de huurverlaging eindigt op het moment dat herstel plaats heeft gevonden.

Bedrag huurvermindering:
Als door het gebrek 10 % van het gehuurde niet kan worden gebruikt kan 10 % huurvermindering worden gevraagd. Als het gebrek op de Nulpuntenlijsten staat dan kan huurvermindering worden gevraagd belopende een percentage van de maximun huurprijs. Stel dat zich een ernstig gebrek voor doet dan mad de huur worden verlaagd tot 20 % van de maximum huurprijs. Stel dat de maximum huurprijs van uw woning € 600, - luidt en u betaalt € 450,- huur (de gevraagde huurprijs zit vaak onder de maximum huur) dan kan de verlaging worden gesteld op het verschil tussen € 120,- (20% van € 600) en € 450,-). Als het gebrek op de nulpuntenlijst staat kunt u dit zonder meer als reden voor huurverlaging noemen.

Getuigen:
Een bewijsaanbod moet concreet zijn. Als getuige kunt u uzelf, uw echtgenoot, familie, buren, vrienden en een aannemer later horen. U moet dus hier de naam en woonplaats van de personen vermelden die kunnen bevestigen dat er van een gebrek sprake is.

Reactie verhuurder:
In de dagvaarding dient ook de reactie van de verhuurder te staan. Vul hier de reactie van de verhuurder in. De reactie kan zijn: geen reactie van de verhuurder, de verhuurder belooft herstel, maar doet niets, de verhuurder zegt dat het herstel voor rekening van de huurder is.

Dwangsom:
Dit moet een prikkel zijn om de verhuurder tot herstel te bewegen. Te denken valt aan bedragen tot € 500 per dag als de verhuurder met herstel in gebreken blijft. Vorder geen uitzonderlijk hoge bedragen, omdat de rechter die toch (vermoedelijk) niet toe zal wijzen. Als de dwangsom wordt toegewezen kunt u niet met de armen over elkaar blijven zitten, maar moet u de wederpartij bewegen tot herstel over te gaan. Let op de verjaringstermijn van zes maanden voor dwangsommen (artikel 611 g lid1 RV)